Tientallen jaren geleden werd je er als ouder (lees: moeder) nog regelmatig op aangekeken, als jij je kind “wegstopte” op de kinderopvang. Nog steeds voelen jonge ouders zich nog wel eens schuldig als zij hun pasgeboren kind wegbrengen naar de dagopvang. Of als zij hun kind na schooltijd naar de buitenschoolse opvang (BSO) laten gaan.
Gevoelens zijn niet altijd makkelijk weg te nemen. Feiten helpen daarbij echter wel.
Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat goede kinderopvang goed is voor kinderen. Opvallend is dat je bij kinderen van 18 jaar nog steeds de kwaliteit van de kinderopvang kunt terugzien in hoe het met ze gaat.
Het onderzoek werd geleid door prof. dr. Ruben Fukkink, bijzonder hoogleraar Kinderopvang en educatieve voorzieningen voor het jonge kind aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.
Gedurende drie jaar zijn 225 kinderen gevolgd, tussen de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, bij gastouders en op het kinderdagverblijf. In het onderzoek stonden 2 vragen centraal:
- Maakt het voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind uit of hij naar een kinderdagverblijf of gastouder gaat?
- Zijn kwetsbare, verlegen kinderen gevoeliger voor hun omgeving dan veerkrachtige, robuuste kinderen?
Kinderdagverblijf of gastouder?
De conclusie uit het onderzoek was dat beide vormen van opvang kwalitatief goed zijn. De verschillen zijn marginaal. De interactie tussen gastouder en kinderen scoorde zelfs fractioneel hoger dan in het kinderdagverblijf. Kijk je naar de kwaliteit van de leefomgeving, dan wint het kinderdagverblijf het als het gaat om de materialen en ruimte.
Orchideeën- versus paardenbloemkinderen
Heel gevoelige kinderen kunnen bloeien in de goede kinderopvang. Maar als de kinderopvang niet goed is, dan floreren ze minder. Ze kunnen dus mooi bloeien, maar het is een gevoelig plantje. Orchideeënkinderen worden ze genoemd. En dan zijn er de paardenbloemenkinderen: die bloeien overal, of de kinderopvang nu heel goed, redelijk, matig of zelfs een beetje slecht is: ze zijn robuust en veerkrachtig.
In het onderzoek werden patronen bevestigd die je ook in internationale studies terugvindt. Nieuw was dat er kritische voorspellers werden gevonden van het welbevinden van jonge kinderen: de verlegenheid, de mate van troostbaarheid en de mate waarin een baby frustratie ervaart. Die kenmerken voorspellen in belangrijke mate hoe het kind zich in het eerste jaar ontwikkelt.
Lees het volledige artikel over dit onderzoek, dat in het najaar van 2021 werd gepubliceerd op de website van ZonMw. ZonMw subsidieerde dit onderzoek, dat in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd uitgevoerd.
0 reacties